Opzegverbod tijdens ziekte geldt ook bij ontbinding via rechter
Het is algemeen bekend dat een opzegging met toestemming UWV wegens bedrijfseconomische redenen niet kan als er sprake is van ziekte/arbeidsongeschiktheid, omdat er dan een opzegverbod geldt. Bepalend is of de arbeidsongeschiktheid aanwezig was op het moment van indiening van de ontslagaanvraag. In het huidige ontslagrecht kan, na een afwijzing van het UWV op die ontslagaanvraag, een nieuwe beoordeling aan de kantonrechter worden gevraagd. Er kan dan ontbinding worden gevraagd op dezelfde gronden als waarvoor het ontslag was aangevraagd. In die ontbindingsprocedure geldt echter het opzegverbod even zeer. Het Hof 's-Hertogenbosch deed hier op 22 juni jl. uitspraak over.
Wat was er aan de hand?
Werknemer is in de periode van 7 november 2011 tot en met 15 april 2013 langdurig ziek geweest. Na een aantal jaren arbeidsgeschikt te zijn geweest, kreeg hij op 5 januari 2016 het slechte nieuws dat de ziekte zich weer had geopenbaard. De werkgever diende vervolgens op 25 maart 2016 een aanvraag voor een ontslagvergunning wegens verval van zijn arbeidsplaats in bij het UWV. Het UWV weigerde echter toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen omdat werkgever niet aannemelijk had gemaakt dat de arbeidsplaats structureel kwam te vervallen. Werkgever stapte hierop naar de rechter en verzocht om ontbinding, ook weer wegens bedrijfseconomische redenen. De kantonrechter ontbond vervolgens de arbeidsovereenkomst. Tussen partijen bestond nog discussie over de eerste ziektedag, en of die nu wel of niet vóór het indienen van de UWV-aanvraag was gelegen. Tussen partijen stond wel vast dat de eerste ziektedag voor het indienen van het verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter was ingetreden.
Kaper Nooijen Advocaten procedeerde voor werknemer in hoger beroep, die in eerste aanleg bij de kantonrechter bot ving op de stelling dat er voor hem een opzegverbod gold.
Uitspraak hof
Immers, op het moment dat het UWV het verzoek van de werkgever tot toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst weigert, herkrijgt het opzegverbod zijn volle werking.
Het hof 's-Hertogenbosch oordeelde als volgt. Voor de beantwoording van de vraag of er een opzegverbod wegens ziekte geldt dat in de weg staat aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, is, ingevolge artikel 7:671 B lid 7 BW, bepalend "het moment waarop het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen" (niet het moment waarop het verzoek om een ontslagvergunning door het UWV is ontvangen). Immers, op het moment dat het UWV het verzoek van de werkgever tot toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst weigert, herkrijgt het opzegverbod zijn volle werking. Voor onze cliënt betekende het dat het opzegverbod wegens ziekte was blijven gelden en dat werkgever niet had mogen opzeggen. Het hof veroordeelt de werkgever dan ook tot het herstellen van de arbeidsovereenkomst.
Mooi resultaat
Voor onze cliënt is dit een rechtvaardige uitspraak en we zijn trots dat we hieraan hebben kunnen bijdragen met onze expertise. Arbeidsongeschiktheid en ontslag zijn gecompliceerde onderwerpen die, indien niet juist aangevlogen, vergaande (financiële) consequenties kunnen hebben voor zowel werkgever als werknemer. Zorg er dan ook voor dat je goed beslagen ten ijs komt. Wij zijn graag bereid je hierbij te helpen.
De gehele uitspraak vindt je hier: AR 2017–0771 (ECLI: NL: GHSHE: 2017: 2820).