Wat was er nou aan de hand met de Wibra?
Een hint: het ging over Corona, flexibele contracten en het wegstrepen van meer-uren tegen min-uren.
De Wibra is een kleinhandel (B2C) in textiel, schoenen en huishoudelijke artikelen. Zij vallen onder de cao Retail Non-Food. In artikel 4 van die cao is bepaald dat werknemers een flexibel contract kunnen hebben. Werknemers met een flexibel contract werken gemiddeld een aantal uur per week, waarvoor zij een vast loon ontvangen. Aan het einde van het jaar wordt bekeken wat het werkelijk gewerkte aantal uren is, en worden de meer-uren alsnog uitbetaald. De minder gewerkte uren komen te vervallen.
Wibra moest lang dicht wegens de pandemie en heeft met ingang van 1 januari 2021 haar werknemers voor veel minder uren ingeroosterd om de gevolgen van de winkelsluiting te overbruggen. In het eerste kwartaal van 2021 zijn er dus veel min-uren ‘opgebouwd’. FNV vond dat niet reëel, en heeft Wibra in een brief van 21 april 2021 verzocht de min-uren met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 te laten vervallen. Wibra heeft dat verzoek afgewezen. FNV is vervolgens een kort geding gestart, met de vraag aan de rechter om Wibra te verbieden vanaf 1 januari 2021 min-uren te schrijven, als die ontstaan zijn als gevolg van overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie.
Goed om te weten dat de afspraken tussen Wibra en haar werknemers (cao) zo zijn dat het gemiddeld aantal uren dat per week moet worden gewerkt, ook aanspraak geeft op het bijbehorende vaste bedrag aan loon. Ook als er geen werk beschikbaar is. Wibra is die afspraak nagekomen en heeft over de periode het gemiddelde loon doorbetaald. Ook toen de winkels tijdelijk waren gesloten en de omzet nagenoeg volledig wegviel.
Voor ik het oordeel van de voorzieningenrechter benoem en bespreek, is dit het moment vast te stellen wat je zelf redelijk zou vinden:
Het standpunt van Wibra is dat de afspraken tussen partijen duidelijk vastliggen in de cao en Wibra niet meer (of minder) heeft gedaan dan de afspraken uitvoeren.
Het standpunt van FNV is dat het toepassen van de cao onder deze omstandigheden ertoe leidt dat de werknemers benadeeld worden, aangezien het niet kunnen werken door de coronapandemie een omstandigheid is die niet voor rekening en risico van de werknemer mag komen.
What would you do?
FNV stelt dat dit artikel van de cao alleen is bedoeld voor het opvangen van piek en ziek, niet voor het structureel en substantieel schrijven van min-uren door de coronapandemie ontstaan. FNV vindt daarbij ook dat Wibra daar zich niet als goed werkgever heeft gedragen, omdat ze wel NOW (loon)subsidies hebben ontvangen over de betrokken periode, terwijl zij de geregistreerde min-uren over diezelfde periode toch bij de werknemers in aftrek hebben gebracht. Volgens FNV werken de werknemers daardoor deels gratis voor Wibra.
Wat vond de rechter? De rechter vond dat FNV miskent dat de subsidies door Wibra volledig zijn aangewend voor de betaling van de overeengekomen basislonen van de werknemers, ook in de periode dat ze niet hebben gewerkt. Ook als de werknemers wel hun gemiddeld aantal uren hadden gewerkt en Wibra toch omzetverlies had geleden, had Wibra van de NOW-regeling gebruik kunnen maken. De subsidie is immers gerelateerd aan het omzetverlies en legitiem ontvangen.
Wibra houdt werknemers aan de afspraak om per jaar een gemiddeld aantal uren te werken. Dat het inhalen van de min-uren, waarvan Wibra heeft gesteld dat dit gedurende de rest van het jaar zou mogen gebeuren met inachtneming van de bandbreedtes in de cao, tot onaanvaardbare resultaten zal leiden, heeft FNV niet onderbouwd. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen en oordeelt dat het Wibra is toegestaan om van haar werknemers te vragen de tijdens de winkelsluiting opgebouwde min-uren te laten werken in de periode dat de winkels weer open zijn, gebruikmakend van de afspraak die in de cao vastliggen, en ondanks het feit dat er NOW (loon)subsidie is verstrekt.
Wil je hier nou meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe zit!