In mindering te brengen kosten op de transitievergoeding
Een werknemer heeft bij een dienstverband van tenminste 24 maanden recht op een transitievergoeding als sprake is van een beëindiging van dat dienstverband op initiatief van de werkgever. Deze verplichte ontslagvergoeding mag in sommige gevallen verlaagd worden met door de werkgever reeds betaalde studiekosten. De bestaande contractuele afspraken tussen werkgever en werknemer zijn daarbij van groot belang.
Studiekosten
Een studiekostenovereenkomst is een overeenkomst waarbij werkgever en werknemer afspraken maken over de kosten van een studie die een werknemer in het kader van zijn dienstverband volgt. Dit kan reeds bij aanvang van het dienstverband, maar het is ook mogelijk deze op een later moment af te sluiten. In de praktijk wordt hier vaak een terugbetalingsverplichting aan de zijde van werknemer in opgenomen voor het geval dat werknemer de studie niet afrondt of binnen een bepaalde tijd na afronding van de studie uit dienst gaat. In de Wet zijn geen specifieke bepalingen opgenomen die toezien op het studiekostenbeding. Wel zijn enkele voorwaarden geformuleerd in de jurisprudentie. Zo is bijvoorbeeld bepaald dat er in een studiekostenbeding een zogenoemde ‘glijdende schaal’ moet zijn opgenomen. De glijdende schaal bepaalt dat naarmate er meer tijd verstrijkt tussen het einde van de opleiding en het einde van het dienstverband, het terug te betalen bedrag verlaagd wordt.
Kosten in mindering brengen?
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om werknemer de scholing aan te bieden die nodig is om de functie van werknemer uit te kunnen voeren. Daarnaast is de werkgever verplicht scholing aan te bieden om de arbeidsovereenkomst te kunnen behouden wanneer de werknemer de functie niet meer kan uitoefenen of de functie komt te vervallen.
Indien het dienstverband (na een duur van 24 maanden) op initiatief van de werkgever afloopt, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Deze transitievergoeding is bedoeld als een financiële compensatie om de overgang naar ander werk makkelijker te maken voor de werknemer. Op deze standaard ontslagvergoeding mogen, conform het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding sommige kosten in mindering worden gebracht; de zogenoemde transitiekosten en inzetbaarheidskosten.
De transitiekosten (artikel 7:673 lid 6 onder a Burgerlijk Wetboek) zijn kosten gemaakt in het kader van het naderende ontslag om werknemer makkelijker aan nieuw werk te helpen. Denk hierbij aan cursussen, sollicitatietrainingen of een outplacementtraject.
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om werknemer de scholing aan te bieden die nodig is om de functie van werknemer uit te kunnen voeren. Daarnaast is de werkgever verplicht scholing aan te bieden om de arbeidsovereenkomst te kunnen behouden wanneer de werknemer de functie niet meer kan uitoefenen of de functie komt te vervallen.
De inzetbaarheidskosten (artikel 7:673 lid 6 onder b Burgerlijk Wetboek) zijn kosten die worden gemaakt ten behoeve van de werknemer om zijn/haar inzetbaarheid op de arbeidsmarkt in het algemeen te vergroten. De kosten mogen niet een directe relatie hebben tot de werkzaamheden bij de werkgever. Kosten voor scholing om werknemer te kunnen herplaatsen binnen de organisatie van werkgever of door te laten groeien in een andere functie komen niet in aanmerking voor aftrek. Daarnaast mag de scholing niet ten goede komen aan de uitoefening van de functie van werknemer. Dit is bijvoorbeeld het geval als een sales-medewerker een cursus verkoop zou gaan volgen. Indien de opgedane kennis uit een opleiding op een later tijdstip wordt gebruikt binnen de functie van werknemer komen de kosten hiervan niet langer voor aftrek in aanmerking. De ratio hiervan is dat werkgever dan toch profiteert van die kosten.
Voorwaarden
De voornoemde kosten mogen enkel in mindering op de transitievergoeding worden gebracht indien dit vooraf schriftelijk is overeengekomen met werknemer. Wanneer hierover al afspraken zijn gemaakt in een cao, dan hoeft dit niet in de individuele arbeidsovereenkomst.
Kosten die zijn gemaakt tot vijf jaar voorafgaand aan het ontslag kunnen op de transitievergoeding in mindering worden gebracht, tenzij hierover schriftelijk iets anders is overeengekomen.
Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat het terug te betalen bedrag wordt verminderd op basis van de eerder genoemde ‘glijdende schaal’. Na verloop van tijd wordt het in mindering te brengen bedrag op de transitievergoeding in dat geval steeds minder. Dit geldt natuurlijk alleen bij inzetbaarheidskosten aangezien de transitiekosten sowieso zijn gericht op werk-werk-begeleiding.
Voorts mogen de in mindering te brengen kosten niet bestaan uit loon. Een uitzondering hierop is loon dat wordt betaald gedurende een langer overeengekomen opzegperiode met vrijstelling van werk. Voorts mogen de in mindering te brengen kosten niet verhaald kunnen worden op een derde of de werknemer. Het laatste is het geval wanneer middels een studiekostenbeding is overeengekomen dat werknemer (een gedeelte van) de kosten van de studie terugbetaald na einde dienstverband. Er moet dus een keuze worden gemaakt of de kosten worden terugbetaald of in mindering worden gebracht.
Conclusie
Er zijn mogelijkheden om kosten in mindering te brengen op de transitievergoeding. Het is dan zaak om in ieder geval vooraf duidelijke afspraken te maken over de studiekosten en hierbij de wettelijke vereisten in acht te nemen waarbij in het achterhoofd dient te worden gehouden dat de kosten niet in mindering gebracht kunnen worden als de studie nuttig is geweest voor de functie die wordt bekleed bij de werkgever.
Uiteraard helpen wij je graag bij het formuleren van een studieovereenkomst. Neem contact met ons op voor meer informatie!