What’s New in 2025? Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen
Op 19 oktober 2022 werd Richtlijn (EU) 2022/2041 vastgesteld, gericht op toereikende minimumlonen binnen de Europese Unie. Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van deze richtlijn. Het uitgangspunt van de Richtlijn is dat het gepast is om sociale partners te betrekken bij de vaststelling en aanpassing van het minimumloon. Dat is in Nederland al staande praktijk.
De richtlijn stelt drie kerngebieden centraal: de toereikendheid van wettelijke minimumlonen om behoorlijke leefomstandigheden te waarborgen, het stimuleren van collectieve loononderhandelingen en het verbeteren van de toegang van werknemers tot minimumloonbescherming waar nationale wetten of cao’s deze voorzien.
Aanpassing van de Nederlandse wetgeving
Voor de implementatie van de richtlijn dient de Nederlandse Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) te worden gewijzigd. Voortaan moet de vierjaarlijkse evaluatie van het minimumloon plaatsvinden op basis van specifieke criteria uit de richtlijn. Deze criteria, zullen via een ministeriële regeling worden vastgesteld en beoordeeld. Hiermee wordt de toereikendheid van het minimumloon geëvalueerd.
Een andere belangrijke wijziging is een nieuw benadelingsverbod. Dit verbiedt werkgevers om werknemers, vakbondsleden of werknemersvertegenwoordigers te benadelen als zij hun recht op het minimumloon afdwingen, bijstand verlenen, of een klacht indienen. Dit benadelingsverbod vormt een civielrechtelijke bescherming.
Geen Europese harmonisatie
De richtlijn beoogt geen uniforme vaststelling van minimumlonen in de EU. Lidstaten behouden de vrijheid om wettelijke minimumlonen te bepalen of bescherming door cao’s te bevorderen, met inachtneming van nationale wetgeving en tradities. Voor Nederland betekent dit dat bestaande regels grotendeels intact blijven.
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
Nederlandse werknemers hebben op grond van de WML recht op een minimumloon en vakantiebijslag voor arbeid in loondienst. Sinds 2018 is de reikwijdte uitgebreid om kwetsbare opdrachtnemers onder de bescherming van de WML te brengen. Dit omvat arbeidsovereenkomsten anders dan loondienst, zoals bemiddelingsovereenkomsten of aanneming van werk, mits deze niet in zelfstandige uitoefening van een beroep worden uitgevoerd.
Vaststelling en evaluatie van het minimumloon
De WML voorziet al in halfjaarlijkse indexatie van het minimumloon op basis van contractloonontwikkeling. Bij uitzonderlijke omstandigheden, zoals de inflatie van 2022, kan een bijzondere verhoging worden toegepast. In januari 2023 leidde dit tot een historische stijging van 10,15%.
De richtlijn introduceert aanvullende criteria en procedurele voorschriften, zoals een regelmatige herziening van minimumlonen. Deze worden in de Nederlandse praktijk deels al toegepast en zullen verder worden verankerd.
Collectieve onderhandelingen en cao’s
De richtlijn benadrukt het belang van collectieve onderhandelingen. In Nederland is dit geregeld via de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst en de Wet avv, waarmee cao-bepalingen algemeen verbindend kunnen worden verklaard. Deze praktijk biedt al invulling aan de Europese kaders.
Conclusie
Met de bestaande Nederlandse regelgeving en praktijk is er al aanzienlijke afstemming met de richtlijn. De voorgestelde wijzigingen in de WML richten zich op versterking van de evaluatieprocessen en het borgen van bescherming tegen benadeling. Hoewel er weinig fundamentele aanpassingen nodig zijn, biedt de richtlijn een kans om de sociale bescherming van werknemers verder te optimaliseren.
Meer weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten, wij weten hoe het zit.