Is een werknemer verplicht in te stemmen met mediation, als duidelijk is dat de insteek van die mediation beëindiging is?
Deze vraag lag voor aan het gerechtshof Den Haag, die hier in een op 21 augustus 2024 gepubliceerde uitspraak haar licht over laat schijnen (JAR 2024/2015).
Werknemer is in dienst bij een detacheerder. Op enig moment wordt werknemer uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met zijn nieuwe leidinggevende, maar in werkelijkheid lijkt dit een gesprek met de directeur en HR, waarin werkgever een beëindigingsvoorstel doet. Werknemer weigert dit voorstel. Werkgever meent dat er sprake is van disfunctioneren. Hierna volgen meerdere gesprekken, en de instructie dat de werknemer (op dat moment een bankzitter) de volledige werktijd op kantoor moet zijn. Werkgever verzoekt werknemer mee te werken aan mediation, maar werknemer weigert dit, omdat die mediation in de optiek van werknemer enkel gericht is op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werkgever dient een ontbindingsverzoek in wegens disfunctioneren, althans een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer vordert een billijke vergoeding.
Het Hof oordeelt dat de arbeidsrelatie duurzaam is verstoord als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Die wist dat er op het moment van het gesprek met de directeur en HR geen deugdelijke grond was van beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dat het handelen van werkgever de arbeidsrelatie ernstig en duurzaam zou verstoren. Werknemer hoeft in die situatie in redelijkheid niet in te gaan op een verzoek tot mediation, nu mediation enkel gericht zou zijn op beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Meer weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.