Het platform Deliveroo: overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst?

deliveroo.jpg

Regelmatig wordt er geprocedeerd over de vraag of er in een specifiek geval werkzaamheden worden verricht op basis van een overeenkomst van opdracht of op basis van een arbeidsovereenkomst. Deze vraag is door de komst van de platformeconomie nog actueler geworden. 

Om van een arbeidsovereenkomst te kunnen spreken moet er in ieder geval sprake zijn van arbeid, loon en een gezagsverhouding (artikel 7:610 BW). Of hiervan sprake is moet worden beoordeeld op basis van alle omstandigheden van het geval. Niet één element is beslissend, maar de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden moeten in hun onderlinge verband moeten bezien. Er moet daarbij worden gekeken naar hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop ze feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Aldus het standaardarrest Groen/Schoevers (ECLI:NL:HR:1997:ZC2495).

Op 23 juli 2018 was het aan de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2018:5183) om de veelbesproken vraag te beantwoorden of een bezorger van het platform Deliveroo gekwalificeerd moet worden als werknemer.

Wat was er aan de hand?

De bezorger verricht sinds juni 2016 werkzaamheden voor Deliveroo. Eerst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 februari 2018. Op 1 november 2017 wordt aan de bezorger per e-mail te kennen gegeven dat hem geen (nieuwe) arbeidsovereenkomst aangeboden zal worden, maar dat gewerkt zal worden met zelfstandigen. Lopende arbeidsovereenkomsten blijven tot de einddatum gerespecteerd, maar het staat de bezorger vrij om op elk gewenst moment de werkzaamheden als zelfstandige te gaan vervullen. De bezorger laat Deliveroo direct (2 november 2017) weten als zelfstandige te willen werken. Op 14 november 2017 sluiten Deliveroo en de bezorger een overeenkomst van opdracht.

In de lijn van de heersende jurisprudentie kijkt de rechtbank naar de partijbedoeling en de wijze waarop partijen feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. De rechtbank komt tot de conclusie dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst op basis van de volgende overwegingen.

Overwegingen rechtbank


I Partijbedoeling

De bedoeling van partijen was niet een arbeidsovereenkomst te sluiten. In de overeenkomst van opdracht is uitdrukkelijk opgenomen dat partijen niet de intentie hadden een arbeidsovereenkomst te sluiten. Daarbij blijkt uit de e-mail van 1 november 2017 van Deliveroo, de e-mail van 2 november 2017 van de bezorger (waarin hij aangeeft als zelfstandige te willen werken), het feit dat de bezorger zich bij de Kamer van Koophandel als eenmanszaak heeft laten inschrijven en het feit dat hij een BTW nummer heeft aangevraagd, dat de bezorger wist wat hij deed en niet onder druk werd gezet.

II Uitvoering van de overeenkomst
Het digitale systeem waarmee Deliveroo werkt bepaalt aan de hand van de positie van de ingelogde bezorger in een bepaalde zone wie de bestelling ter bezorging krijgt aangeboden, maar daar staat tegenover dat het de bezorger vrij staat een bestelling te weigeren. Hoewel de mogelijkheid voor goed presterende bezorgers om een bepaald tijdvak in een zone te reserveren (priority acces), zou kunnen duiden op (een vorm van) gezag, acht de rechtbank dit onvoldoende om te concluderen dat sprake is van gezag in de zin van artikel 7:610 BW.

De bezorger draagt kleding van Deliveroo, maar was daartoe niet verplicht. Voor zover de bezorger de kleding nog gebruikt is dat uit gewoonte. Ook uit deze omstandigheid vloeit volgens de rechtbank dan ook geen gezagsverhouding voort.

Er bestaan weliswaar veiligheidsregels en eisen aan de gebruikte materialen, maar nu het hier gaat om algemene aanwijzingen met een langere looptijd en het niet gaat om concrete zaaks- of moment gerelateerde instructies vloeit ook hier geen gezag uit voort. De rechtbank acht het bovendien niet onlogisch dat Deliveroo dergelijke regels stelt in het kader van betrouwbaarheid en veiligheid.

De bezorger hoeft de werkzaamheden niet persoonlijk te verrichten. Het stellen van objectieve eisen staat aan vervanging van de bezorger niet in de weg. Ook staat het de bezorger vrij voor andere (concurrerende) ondernemingen werkzaamheden te verrichten.

Deliveroo houdt de administratie bij van de bezorger (wanneer wordt er gewerkt en hoeveel maaltijden worden er bezorgd), waarna de bezorger een door Deliveroo opgestelde en aan zichzelf gerichte factuur ontvangt. De rechtbank acht dit niet onlogisch nu Deliveroo via haar systeem ook direct beschikt over alle digitale gegevens. Dat er geen onderhandeling mogelijk is over de tarieven maakt eveneens niet dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, nu marktwerking een rol speelt in de rechtsverhouding. Daarbij ontvangst de bezorger als zelfstandige per uur een hogere vergoeding dan ten tijde van de arbeidsovereenkomst.

De rechtbank vindt toepassing van het huidige arbeidsrecht op platformeconomie in dit geval niet tot een onaanvaardbaar resultaat leiden. Toch sluit de rechter haar vonnis af met de mededeling dat er een taak voor de wetgever is weggelegd indien het aanbieden van overeenkomsten als de onderhavige door werkplatforms ongewenst wordt geacht. Of de wetgever actie onderneemt zal de tijd ons leren.

Heb je vragen of twijfels over de kwestie overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst? 
Neem dan contact op met Kaper Nooijen Advocaten via 
info@kapernooijen.nl of 040 238 04 44

WHITE B.V.Artikel