Je werklaptop en -telefoon uitlenen aan een derde, reden voor ontslag?
Werkneemster is in dienst in de functie van Junior Trainer. De arbeidsovereenkomst heeft een geheimhoudingsbeding en een boetebeding. Aan werknemer is, voor de uitoefening van haar werk, een laptop en telefoon verstrekt.
Op enig moment wordt de werkgever door een leverancier geconfronteerd met een schermafdruk met daarop zichtbaar vertrouwelijke bedrijfsinformatie van de werkgever. Naar aanleiding hiervan stelt de werkgever een intern onderzoek in op haar ICT-systemen. Hieruit is gebleken dat de schermafdruk alleen afkomstig kan zijn van werkneemster. Vervolgens heeft de werkgever een bedrijfsrecherchebureau opdracht gegeven een onderzoek naar werkneemster in te stellen.
In het kader van dat onderzoek vinden twee gesprekken plaats met de werkneemster. Eerst ontkent werkneemster alles, maar later geeft ze aan haar werklaptop en -telefoon meermaals te hebben uitgeleend aan een voormalige werknemer van de werkgever. In een derde gesprek komt werkneemster daar weer op terug en stelt zij dat zij haar eerdere verklaringen onder druk heeft afgelegd, en dat ze die intrekt.
Werkgever vertrouwt het niet, volgt de uitkomsten van het eigen onderzoek en vraagt ontbinding.
Op 9 november 2023 oordeelt de kantonrechter als volgt.
Vaststaat dat de werkneemster tot twee keer aan het recherchebureau heeft toegegeven dat zij haar werklaptop en -telefoon meermaals aan een derde heeft gegeven. In die verklaringen geeft zij gedetailleerd aan waarom en wanneer ze dit heeft gedaan, en waarom ze hiermee is gestopt. In een derde verklaring geeft ze aan die verklaringen niet juist zijn en dat zij die heeft afgelegd omdat ze onder druk zou zijn gezet. Volgens de kantonrechter is van die druk niet gebleken is evenmin aannemelijk dat zij een zodanige druk heeft ervaren, dat ze daardoor een onjuiste verklaring zou hebben afgelegd. De verklaringen zijn gedetailleerd, ondertekend en vinden steun in ander bewijs.
Alles overziend oordeelt de kantonrechter dat het handelen van deze werkneemster kwalificeert als ernstig verwijtbaar. Het is in strijd met de geheimhoudingsplicht en moet goed werknemerschap. Ze heeft misbruik gemaakt van haar positie en van de middelen die haar zijn verstrekt om haar werk te kunnen doen. Zij had zich hiervan bewust moeten zijn.
Dit volgt ook uit het feit dat zij geen eenduidige verklaring heeft afgelegd en dus heeft gelogen om de waarheid te verbloemen. Van werkneemster had in het kader van het onderzoek mogen worden verwacht dat zij volledige openheid zou hebben gegeven, nu haar werkgever een gerechtvaardigd belang heeft om boven tafel te krijgen hoe bedrijfsinformatie bij een leverancier en mogelijk bij anderen, terecht kon komen.
Meer weten? Bel (of App!) Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.